top of page

Activering

Activering

Activering is één van de objectieven van de sociale dienstverlening van het OCMW en is de verzameling van alle initiatieven om mensen uit een sociaal isolement te halen en opnieuw te betrekken bij het maatschappelijk leven.

Tewerkstelling en opleiding

Tewerkstelling en opleiding

BEPERKINGEN VAN DE TEWERKSTELLING ALS ACTIVERINGSVORM
Beperkingen

Een sterk tewerkstellingsbeleid veronderstelt vooreerst dat je de beperkingen en grenzen van arbeid als activeringsvorm kent en aanvaardt. Niet voor iedereen is een tewerkstelling haalbaar of wenselijk.


De wetgever bevestigt dit uitgangspunt: het OCMW heeft de mogelijkheid om het leefloon toch toe te kennen wanneer het voor de cliënt om billijkheids– of gezondheidsredenen niet mogelijk is om te werken.

Van alle cliënten die recht hebben op maatschappelijke integratie werden in 2017 in totaal 453 mensen niet toegeleid naar arbeid om verschillende redenen.

Wanneer we per werkjaar het totaal van het aantal vrijstellingen vergelijken met de leeflooncijfers, dan daalde het aandeel leefloon– en steungerechtigden dat werd vrijgesteld van het aantonen van werkbereidheid jaar na jaar tot 46,4% in 2014. 

 

In 2015 zet deze daling zich niet verder voort en kunnen we vaststellen dat het percentage nagenoeg gelijk is aan dat van 2014. Voor het jaar 2017 merken we dat er terug een lichte stijging is van het percentage vrijstellingen (ondanks het verlaagde aantal vrijstellingen in absolute cijfers).

DOORSTROMING NAAR DE REGULIERE ARBEIDSMARKT
Doorstroming

Heel wat leefloongenieters vinden uiteindelijk zelf de weg naar de arbeidsmarkt, zonder dat een aangepast traject noodzakelijk is.

 

In 2017 stroomden 97 leefloongenieters door naar de reguliere arbeidsmarkt.

 

 

TRAJECTBEGELEIDING (Artikel 60§7)
Trajectbegeleiding (Art. 60§7)

Wanneer de maatschappelijk werker oordeelt dat een tewerkstelling tot de mogelijkheden behoort, maar er nog drempels weg te werken zijn, begint voor de cliënt een omvangrijk traject waarvan elke fase erop gericht is hem aan de job of opleiding te helpen die het beste past bij zijn noden en competenties.

Vervolgens wordt aan de cliënt een arbeidsovereenkomst aangeboden. Juridisch treedt het OCMW op als werkgever, maar de cliënt kan via het instrument van de ‘terbeschikkingstelling’ ook werken bij een van de partners van het OCMW: een openbaar bestuur, een vzw of een private onderneming. Volgende tewerkstellingen werden daarbij gerealiseerd:

Sinds 2013 steeg het aantal tewerkstellingen artikel 60§7 geleidelijk.

 

In 2017 stellen we vast dat het aantal tewerkstellingen artikel licht gedaald is. Dit komt door de invoering van het decreet rond Tijdelijke Werkervaring waardoor Team Activering zijn werking licht diende te herschikken.

 

Andere cliënten doorlopen het volledige traject in artikel 60§7 en stromen als volgt uit:

 

Ten opzichte van 2016 is de uitstroom van artikel 60§7 naar werkloosheid gedaald. Dit komt onder meer door het feit dat de totale uitstroom in 2017 een kleiner was.

Bij de uitstroom naar tewerkstelling hebben we in 2017 een lichte stijging van het aantal mensen dat doorstroomt naar het reguliere arbeidscircuit. Binnen Tijdelijke Werkervaring is het OCMW sinds 1 januari 2017 ook verantwoordelijk voor de nazorg, zolang het traject Tijdelijke Werkervaring loopt. We hopen op termijn dan ook betere resultaten te bereiken op het gebied van uitstroom naar reguliere arbeid.

DEMOGRAFISCH PROFIEL VAN WERKNEMERS ART. 60§7
Demografisch profiel

Wanneer we de doelgroep opsplitsen naar leeftijd (ouder of jonger dan 25 jaar) en geslacht, dan valt in vergelijking met 2016 op dat in 2017 er terug een stijging is van het aantal mannen ten opzichte van het aantal vrouwen.

 

 

Wanneer we onze artikel 60§7 – populatie  vergelijken met de totale groep van niet-werkende werkzoekenden (cijfers VDAB) zien we dat de oververtegenwoordiging van de groep 25-49 jaar bij artikel 60§7, vooral ten nadele van de groep ouder dan 50 jaar, ook in 2017 aanwezig is. Deze groep is zelfs nog groter geworden.

Wanneer we de doelgroep splitsen naar geboorteland levert dit het volgende beeld op:

Opvallend is het geringe aandeel personen geboren in België in vergelijking tot het geheel. Bovendien gaat het in deze kleine groep niet steeds over autochtone Belgen, maar zijn ook allochtonen van de tweede en derde generatie die in België zijn geboren, in deze categorie opgenomen. In 2017 is een duidelijke stijging merkbaar van het aantal tewerkgestelden artikel 60 §7 die van origine uit het Midden-Oosten komen.

JONGEREN: EEN BIJZONDERE GROEP
Jongeren

Het OCMW heeft al jaren bijzondere aandacht voor de groep van de jongeren (-25 jarigen).

Sinds 2005 worden de studenten gevolgd door de cel tewerkstelling bij hun zoektocht naar vakantiewerk tijdens de zomer- maanden.

 

In 2017 werden 78 studenten doorverwezen naar Team Activering. Het aantal studenten die vakantiewerk verricht hebben (44) is in vergelijking met 2016 (30) behoorlijk gestegen.

Methodische cel voor integrale gezinsbegeleiding

In de tweede helft van 2017 werd binnen de schoot van team Activering de Methodische Cel voor Integrale Gezinsbegeleiding opgericht. Binnen deze cel staat het kind centraal. Het doel van de cel is om specifiek in te spelen op de noden van kinderen uit kwetsbare gezinnen. 

 

Daartoe stelde het OCMW een maatschappelijk werk/gezins-begeleider aan. Voor problemen of vragen rond onderwijs, opvang, gezondheid, opvoeding, vrije tijd van hun kinderen en gezinsplanning kunnen gezinnen bij de gezinsbegeleider terecht.

De begeleiding richt zich vooral op gezinnen die geconfronteerd worden met een aantal knelpunten in hun leefsituatie en hierdoor problemen ervaren bij de opvoeding van de kinderen. Aangezien de werking pas op gang kwam in de tweede helft van 2017, kunnen we nog geen cijfers voorleggen.

Sociale activering
Methodishe cel...
Sociale activering

In 2017 werd binnen Team Activering ook de werking omtrent sociale activering op poten gezet.

Sociale activering is het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen ofwel als doel op zich, ofwel  als een eerste stap in een traject voor socio-professionele inschakeling ofwel als een eerste stap in een latere (betaalde) tewerkstelling.


Sociale activering is in hoofdzaak bedoeld voor personen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn.  Dit kan gaan om mensen die een tekort hebben aan sociale vaardigheden/attitudes, mensen die kampen met éénzaamheid, generatiearmoede, detentie, psychiatrische problematiek, agressie, verslavingsproblematiek, integratieproblematiek, mensen die nood hebben aan zinvolle vrijetijdsbesteding,…

 

Criteria:

  • de persoon is gerechtigd op een leefloon/equivalent leefloon;

  • de persoon kan zijn werkbereidheid niet aantonen omwille van gezondheids-en/of billijkheidsredenen;

  • de persoon heeft voldoende kennis van het Nederlands om begeleidingsgesprekken aan te gaan;

  • de problematiek is reeds  besproken met de cliënt en de eerste acties zijn reeds ondernomen samen met de dossierbeheerder.

Team ‘Sociale Activering’ is een ondersteunende en aanvullende dienst. Binnen een traject ‘sociale activering’ zullen alle middelen en mogelijkheden op maat van de cliënt worden aangewend, met het oog op een volwaardige participatie aan de maatschappij. Om deze intensieve trajecten te kunnen garanderen, blijft de opvolging inzake het recht op leefloon/equivalent leefloon bij de oorspronkelijke dossierbeheerder. Via regelmatig overleg en maximale uitwisseling van de info, zal de dossierbeheerder geïnformeerd worden over de evolutie binnen een dossier. Het betreft een maximale hulpverlening over de diensten heen.

Deze werking werd pas tweede helft van 2017 op poten gezet en ook hier is het nog te vroeg om relevante cijfers te kunnen weergeven.

 

Brugproject
Brugproject

Brugproject is een ESF-project van het OCMW en werd in 1993 gestart. Het project tracht de brug te slaan tussen deeltijds onderwijs en de arbeidsmarkt, met als doel te vermijden dat kinderen uit kansarme gezinnen in de vicieuze cirkel van armoede terecht komen.

In de voorbije jaren werden heel wat jongeren in het project begeleid. Tijdens het schooljaar 2009-2010 werd het aantal gesubsidieerde uren van het OCMW verdubbeld, waardoor het aantal begeleide jongeren in 2011 en 2012 een recordpeil bereikte.

 

Deze cijfers daalden in 2015 wegens een daling van het aantal toegekende uren. In 2016 is opnieuw een daling vast te stellen omwille van minder toegekende uren en omwille van de hervorming van de overeenkomst voor deze jongeren. Sinds het schooljaar 2015-2016 ontvangen zij nog slechts een onkostenvergoeding van 1 euro per uur tegenover 3,40 euro per uur de voorgaande jaren.

Brugproject 2017:

Sinds enkele jaren worden meerderjarige jongeren ook toegelaten tot de brugprojecten. De laatste jaren is er een stijging van het aantal ingeschreven meerderjarige jongeren in de scholen deeltijds onderwijs. Hierdoor kunnen we opnieuw een stijging vaststellen van het aantal brugprojecten sinds schooljaar 2017-2018. Ongeveer de helft van deze jongeren is meerderjarig.

Vanuit de scholen deeltijds onderwijs komt ook de vraag naar meer alternerende opleidingsplaatsen. Bij een alternerende tewerkstelling kunnen de jongeren eveneens competenties verwerven, waarmee ze een (deel)-certificaat kunnen behalen binnen hun opleiding.

 

Het OCMW heeft samenwerkingsovereenkomsten gesloten met Levensvreugde vzw en Goed Wonen vzw waardoor jongeren in hun brugproject meer aansluiting kunnen vinden bij hun opleiding. Hierdoor verhoogt de kans dat zij kunnen doorstromen naar het normale arbeidscircuit.

In 2017 zijn 18 verschillende jongeren gestart met een brugproject:
- 7  tussen januari en juni (schooljaar 2016-2017) en
- 11 (13*) tussen september en december (schooljaar 2017-2018)
*Van deze jongeren zijn er twee die in het nieuwe schooljaar hun brugproject hebben verdergezet.

 

Vervolgtrajecten na het brugproject:
Doorstroom naar werk: 5
Gestopt met school: 3
Brugproject nog steeds lopende: 5
Ander brugproject (via andere organisatie): 1
Terug naar voltijds onderwijs: 1
Stopzetting brugproject met oriëntatie naar POT (persoonlijk ontwikkelingstraject): 3

Cijfers (ifv toegekende uren):
2013-2014: 11 700 toegekende uren, 45 trajecten
2014-2015: 8 000 toegekende uren, 33 trajecten
2015-2016: 5 625 toegekende uren, 23 trajecten
2016-2017: 5 625 toegekende uren (waarvan 1 500 uren teruggegeven werden), 16 trajecten
2017-2018 (tot nu toe): 5 625 toegekende uren, 20 trajecten + enkele in opstart

 

Oriëntatiecursus
Oriëntatiecursus

 

Leefloongerechtigden jonger dan 25 jaar worden intensief opgevolgd.


In 2017 organiseerde Leerpunt Zuid-Oost-Vlaanderen, in samenwerking met Team Activering, opnieuw tweemaal een attitude – en oriëntatiecursus. Sinds 2015 wordt de groepsweek gevolgd door een intensieve sollicitatietraining.  We verkregen opnieuw vrij positieve resultaten in de activering van de deelnemers.

Tijdens de cursus in september 2017 haalden we 5 deelnemers waarvan er 1 persoon startte met een deeltijdse job in de horeca en 1 persoon gestart is met een voltijdse opleiding.

 

Tijdens de cursus van november 2017 haalden we 12 deelnemers waarvan;

  • 6 personen nog steeds een volledig leefloon genieten

  • 1 deelnemer Nederlandse les volgt

  • 1 deelnemer stopgezet werd wegens verhuis naar het buitenland

  • 1 deelnemer gestart is met een opleiding tot verzorgende

  • 1 deelnemer stopgezet werd wegens recht op een andere uitkering

  • 1 deelnemer stopgezet werd wegens voldoende gezinsinkomsten

  • 1 deelnemer verder opgevolgd wordt door GTB

Cultuurparticipatie

Cultuurparticipatie

Lid zijn van een sportclub, een andere vereniging of deelnemen aan een culturele activiteit bevordert de ontwikkeling, vermijdt uitsluiting en stimuleert integratie. Kansarmen hebben moeilijk toegang tot cultuur. Dankzij het fonds voor cultuurparticipatie kunnen cliënten een financiële tussenkomst verkrijgen voor activiteiten die de socio-culturele participatie bevorderen. Het fonds stelt OCMW’s in staat om hun cliënten meer kansen te geven om deel te nemen aan allerlei activiteiten en vorming. Zodoende helpt dit instrument ook om de digitale kloof te dichten.

Het budget verkregen via het fonds voor cultuurparticipatie wordt enerzijds aangewend voor individuele tussenkomsten aan OCMW-cliënten. Anderzijds wordt het grootste deel van het budget overgedragen aan Mensen voor Mensen ter ondersteuning van het baanbrekend werk inzake het toegankelijk maken van cultuur voor kansarme doelgroepen (inclusieve benadering). Het OCMW opteert er systematisch voor om in samenwerking met de vzw cliënten toe te leiden naar de UITpas.

 

Hoe meer OCMW-cliënten een UITpas aan kansenpastarief hebben, hoe minder individuele tussenkomsten vanuit het OCMW nodig zijn. Met de UITpas kan men aan heel wat verscheidene activiteiten deelnemen tegen een lage persoonlijke tussenkomst. De ter beschikking gestelde subsidie aan vzw “Mensen voor mensen” in het kader van cultuurparticipatie is niet  voldoende  om de kostprijs van de passen van alle OCMW-cliënten te financieren. Het aantal OCMW-cliënten met een kansenpas stijgt ieder jaar.  In 2017 beschikten 1 835 OCMW-cliënten over een UITpas aan kansentarief. Daar stond een subsidiëring van 31 080 euro tegenover. Goed voor de bekostiging van de administratieve verwerking van  518 passen (60 euro per pas).

Door de gerichte toeleiding en het succes van de UITpas aan kansenpastarief dalen de aanvragen voor individuele tussenkomsten via het OCMW. Dit betekent echter niet dat het OCMW aan zijn cliënten op vlak van cultuurparticipatie geen aanbod doet. Zoals hierboven werd vermeld kiest het OCMW er bewust voor om de UITpas toegankelijk te maken voor zijn cliënten. Dit gebeurt door middel van een samenwerkings-verband met vzw Mensen voor Mensen.

De gerichte samenwerking met Mensen voor Mensen laat het OCMW toe om daarnaast de brug te slaan tussen cultuurparticipatie en kinderarmoede. Hiertoe wendt het OCMW de subsidies binnen het KB sociale activering, specifiek gericht naar het terugdringen van de kinderarmoede, aan.

 

Via dit kanaal nam het OCMW in 2017 steun ten bedrage van

32 388,06 euro voor zijn rekening. Deze financiering dient om gezinnen met kinderen te ondersteunen in functie van participatie aan het schoolgebeuren (schoolmateriaal en schoolboeken, schoolfacturen voor maaltijden en opvang, schooluitstappen). Daarnaast worden gezinnen ook financieel bijgestaan met betrekking tot paramedische kosten (bv. eersteleeftijdsmelk).

.

bottom of page